In augustus 1914 schendt Duitsland de Belgische neutraliteit wanneer een veldgrijze wolk troepen de weilanden van de provincie Luik binnenmarcheert. Het startschot van de Eerste Wereldoorlog is gegeven. Ondanks de vermeende onbreekbaarheid der Luikse forten stampt reeds op 20 augustus de Duitse legerlaars de poorten van onze hoofdstad in. De laatste redoute rond de voorlopige hoofdstad Antwerpen valt samen met de stad op 10 oktober. Het Belgisch leger dat zich met hand en tand heeft verweerd moet noodgedwongen de terugtocht richting kust ondernemen. Aan de oevers van de Ijzer vinden midden oktober weerzinwekkende gevechten plaats. Het Belgisch leger ondergaat tijdens de Slag aan de Ijzer een ware bloedlating. In november wordt de Ijzervallei door het Belgisch leger met zeewater blank gezet. Duitsland wordt in de Westhoek teruggeslagen. Het eerste en het bloedigste jaar van WOI is gestreden.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 39 Ronsenaars in het eerste oorlogsjaar.

NAAR DE GESNEUVELDE RONSENAARS VAN 1914 >>

Begin 1915 is het Belgisch-Duitse front niets meer een smerige plas in de zompige Ijzergrond. Het begin van een vier jaar durende loopgravenoorlog wordt met schop en vuur gedolven. In mei 1915 wordt even te noorden van Diksmuide de beruchte Dodengang gegraven. De regen valt vooral in het tweede oorlogsjaar met bakken in de Ijzer en haar vlakte. In de inderhaast gegraven loopgraven liggen uitwerpselen en etensresten te rotten. Ratten tieren welig. Sardienen in blik en soldatenkoeken hard als beton zijn een welgekomen galgenmaal. Op 22 april lossen de Duitsers voor de eerste keer hun schrikwekkende gassen.  Een niet eerder gekende psychose valt de soldaat ten prooi.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 20 Ronsenaars in het tweede oorlogsjaar.

NAAR DE GESNEUVELDE RONSENAARS VAN 1915 >>

In het derde jaar van de Groote oorlog komt de oorlog echt tot een impasse aan het Belgisch-Duitse front. De Duitsers bezetten het bruggenhoofd Diksmuide van waaruit ze de kapot getergde Belgen in de Dodengang constant onder vuur nemen. Iets verder ten noorden aan de Ijzer bombarderen zowel Belgen als Duitsers elkaar het verstand letterlijk en figuurlijk uit de kop. De niet aflatende artilleriebeschietingen vermalen de weilandrijke Westhoek tot een desolate woestenij. De streek lijkt wel getroffen te zijn door de mazelen, zo talrijk zijn de bomkraters. De grimmige soldaten kweken er een subcultuur waarin constant vloeken, schunnige moppen vertellen en marginaal gedrag aan de orde zijn. De brave burgers van voor de oorlog spelen zonder er zelf om gevraagd te hebben hun onschuld kwijt.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 9 Ronsenaars in het derde oorlogsjaar.

NAAR DE GESNEUVELDE RONSENAARS VAN 1916 >>

In 1917 begint de oorlog op alle fronten nu echt heel zwaar door te wegen. Het bezette deel van het land loopt krom van de honger en de angst hun soldaat nooit meer terug te zien. In de loopgraven heerst defaitisme. De zomer van 1917 is de heetste van de gehele oorlog. Onder de verplicht te dragen helm kookt het verstand van de soldaat als in een stoofpotje. Naast het eindeloos heen en weer schieten met geweer en kanonvuur worden de piotten ook nog eens bestookt door luchtaanvallen van wolken muggen zo groot als vliegen. De in de eerste linie intussen gedomesticeerde ratten brengen de luizenplaag tot bovenmenselijke proporties. De parasieten kruipen tot in de kleinste uithoekjes van de intimiteit en vreten de soldaat levend kapot. Hoe hard het leven thuis ook mag zijn, ze zijn allen beter af dan hier.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 18 Ronsenaars in het vierde oorlogsjaar.

NAAR DE RONSISCHE GESNEUVELDEN VAN 1917 >>

In de lente van het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog beslecht zal worden tracht Duitsland in een laatste aanvalspoging naar de kanaalhavens van Duinkerken en Calais door te stoten en zodoende de geallieerden van hun aanvoerlinies af te snijden. In alle loopgraven langs het Belgisch-Duitse front vinden bloedvernietigende schermutselingen plaats, net als in de begindagen van de oorlog in 1914. Op 28 september 1918 mogen de soldaten eindelijk uit hun loopgraven springen. Op deze dag wordt namelijk het startschot van het bevrijdingsoffensief geblazen. Wanneer het Belgische leger haar Duitse opponent tot aan de oevers van het kanaal Gent-Terneuzen heeft weten terug te dringen, stoppen eindelijk de vijandelijkheden. Op 11 november 1918 wordt met de wapenstilstand een voorlopige vrede afgekondigd.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 52 Ronsenaars in het vijfde oorlogsjaar.

NAAR DE RONSISCHE GESNEUVELDEN VAN 1918 >>

Het neerleggen der wapens op 11 november 1918 betekent niet dat de oorlog voorbij is. Het Duitse leger mag zich dan wel overgegeven hebben, maar het Keizerrijk moet zich vooralsnog verantwoorden. Pas op 28 juni 1919 wordt met het ondertekenen van het Verdrag van Versailles een officieel eind aan de gruwel gemaakt. In tussentijd haasten moeders en echtgenotes, al dan niet met de kroost onder de arm, zich naar het westen van het land in de hoop hun soldaat levend en wel te mogen omhelzen. Ondertussen blijven de achtergebleven gewonde en zieke soldaten letterlijk vergaan. Ze sterven een smartelijke dood in het woelige feestgedruis. Sociaal armzalig geworden verminkten en invalieden keren schoorvoetend terug naar huis, bang als de dood om in hun aard van wezen niet meer welkom te mogen zijn.

Volgens de statistieken sneuvelen niet minder dan 6 Ronsenaars in het laatste oorlogsjaar.

NAAR DE RONSISCHE GESNEUVELDEN VAN 1919 >>

De verschrikkingen van de weerzinwekkende Eerste Wereldoorlog worden reeds sinds lang en in het breed geboekstaafd in alle mogelijke media. Hier grasduinen we echter de loopgraven in op zoek naar de verhalen van Ronsenaars die er gestreden hebben en er het leven hebben gelaten. Wie waren deze jongemannen uit Ronse? Hoe en waar zijn ze gestorven? Hoe zagen ze eruit? Waar zijn ze begraven? Is er een oud-strijder uit de Eerste Wereldoorlog in mijn familie?

 

RONSISCHE SOLDATENVERHALEN

__________________________________________________________________________________________________________

NOËL PLUME

Blaast op 11 november 1918 de wapenstilstand

JEAN SIBENALER

Een Mexicaan met Ronsische roots aan het front

CONTACTEER RONSE TIJDENS DE GROOTE OORLOG 1914 - 1918

__________________________________________________________________________________________________________

Deze website wordt steeds verder bijgewerkt met nieuwe en aanvullende gegevens.

Heb je een vraag of bijkomende informatie over een gesneuvelde / oud-strijder?

Heb je een andere vraag, aanvullende info, of een opmerking betreffende de website?

Contacteer Ronse Tijdens de Groote Oorlog 1914-1918 via onderstaand e-formulier :

 

Fabrice Gaublomme 2017